In ‘Tussenruimte’ vertelt auteur Truus Rozemond het verhaal over Egbert en zijn tweede vrouw Annelies. Wanneer hun eerste kindje niet levensvatbaar blijkt te zijn, komt hun relatie onder druk te staan. Annelies valt ten prooi aan diepe rouw terwijl Egbert houvast zoekt in structuur en regelmaat. Egbert voelt zich in de steek gelaten en ontkent door de reactie van zijn ouders op het overlijden van zijn kind.
“Mijn lief leek verdoofd. Zo in zichzelf gekeerd zat ze daar, gewond, een hert in doodsnood. Bang dat ze onverwacht op zou springen en weg zou rennen durfde ik haar niet aan te raken. Uiteindelijk beroerde ik haar hand. Dat liet ze toe.”
Jaren later komen veel van deze weggestopte frustraties en emoties naar de oppervlakte tijdens een vakantie op Lanzerote. Egbert, Annelies en hun twee kinderen die ze na het overlijden van hun eerste hebben gekregen, zijn daar op uitnodiging van de ouders van Egbert. Egbert en zijn moeder lijken in de basis heel veel op elkaar. Beiden hebben bijvoorbeeld al jong geleerd gevoelens te beteugelen. Gelijktijdig verkeren moeder en zoon in een bestaanscrisis.
“Je moeder is een lieve vrouw, zei mijn vader toen ik het ziekenhuis verliet. Wat moet ik daarmee? Ik haat haar dwingende manier van doen. Altijd weet ze de omgeving naar haar hand te zetten, ook hier op Lanzarote. Voor zover ze in me geïnteresseerd was had dat als doel mijn streven om te buigen naar iets dat zij de moeite waard vond.”
‘Tussenruimte’ is geschreven vanuit wisselend perspectief. Moeder Mieke en zoon Egbert komen om beurten aan bod in eigen hoofdstukken. Het zijn dan ook met name deze twee personages die bijzonder goed zijn weergegeven door Rozemond. De gedachtespinsels, mijmeringen zo je wilt, van deze twee maken dat je voor beiden begrip hebt en je je tegelijkertijd aan beiden irriteert. Je identificeren met een van beide is derhalve ondoenlijk, maar ze brengen wel allerlei emoties naar boven en dat is een compliment aan de auteur. Wanneer een schrijver kan veroorzaken dat zijn of haar fictieve personages emoties oproepen, dan heb je die personages uitstekend gepresenteerd.
“Met een vrouw die ik niet kon bereiken en een kind dat niet leefde was ik als een overlevende van een vliegtuigcrash diep in een ondoordringbaar woud.”
Het accent in ‘Tussenruimte’ ligt dan ook op de personages en hun onderlinge relaties. Qua gebeurtenissen valt er niet veel te vertellen en dat is maar goed ook want dat zou een ware overkill zijn.
Wat Rozemond overigens ook goed doet is dat ze volkomen neutraal en zonder oordeel haar verhaal vertelt. Zij laat het geheel aan haar lezers over om te (ver)oordelen als dat al gewenst zou zijn. Het grootste talent van deze auteur is naar mijn mening echter haar vermogen om heel subtiel een verhaal te bouwen rondom de meest triviale onderwerpen in het leven en daarmee weet te boeien.
Aardig extra gegeven in deze roman zijn de tien gedichten die verspreid in het boek geplaatst zijn. Hierin wordt de lezer meegenomen in de gedachtewereld van een man die zichzelf opnieuw ontdekt. In haar nawoord zegt Rozemond daar zelf over: ‘Ritme is discipline en vrijheid in één’, hetgeen een citaat is van Lina Maria Huijer (Nederlands hoogleraar aan de Erasmus Universiteit en filosoof).
Over de auteur
Truus Rozemond is psycholoog, gespecialiseerd in leerprocessen. Ze werkte aan de Hogeschool van Amsterdam en aan de UvA. Haar romandebuut ‘Een verwaarloosd huis’ verscheen in 2015. Tussenruimte is haar eerste publicatie bij uitgeverij Magonia.
Uitvoering
Uitgeverij Magonia
ISBN 9789492241191
Paperback, 240 pagina’s
Over Hanneke Tinor-Centi
Hanneke Tinor-Centi (1960), eigenaar van HT-C Communicatie en Marketing, literair agent, boekmarketeer en recensent.
Bedankt voor deze uitgebreide recensie die de kern treft van wat ik wilde overbrengen.