‘Tot waar we kijken kunnen’ van Inge van der Krabben is een prachtige, ontroerende roman over een moeder-dochterrelatie. Loslaten, loskomen, volwassen worden, verbinden, afscheid nemen en rouw zijn de ingrediënten van dit boek.
Hoofdpersoon Janne staat op de rand van een burn-out en realiseert zich dat het tijd wordt om voor zichzelf te kiezen en zich los te maken van haar moeder. Dan blijkt dat haar moeder ongeneeslijk ziek is en spoedig zal overlijden. Samen gaan ze op zoek naar een nieuw evenwicht in hun relatie.
Visie van de recensent
Met haar debuutroman ‘Tot waar we kijken kunnen’, geeft Van der Krabben overtuigend haar visitekaartje af. Een indringende en ontroerende roman over de relatie tussen een moeder en een dochter. De fijne schrijfstijl van de auteur, die zelfs wat luchtigheid in het heftige thema weet te brengen, voorkomt dat het een ‘zwaar’ boek wordt.
“Haar hand bewoog rustig en zeker en ze schreef woorden die dansten, die klopten, vloeiend en troostend in een gedicht voor haar moeder, haar eigenwijze moeder, die er straks niet meer zou zijn.”
Dochter Janne is een hardwerkende jonge vrouw die haar uiterste best doet zich professioneel te profileren en mogelijk promotie te maken. Nadat haar de promotie waar zij vast op had gerekend, wordt geweigerd, raakt zij in een burn-out. Zij gaat, met behulp van een psycholoog, met zichzelf aan de slag. Moeder Dina is –qua karakter- volledig tegengesteld en vooral dat maakt de relatie tussen de twee zeer moeizaam. Het moment dat Dina de mare krijgt dat zij alvleesklierkanker heeft, is een keerpunt in de relatie van de twee vrouwen.
“Liever dan een berg van goud heb ik jou als herinnering in mijn hoofd.”
Van der Krabben weet op bijzonder aangrijpende wijze de periode van verbinden en afscheid nemen voor het voetlicht te brengen. Als lezer voel je de intense emoties zoals adoratie versus regelrechte hekel en houden van versus irritatie van de pagina’s afspatten. Veel lezers zullen zich identificeren met moeder of dochter. Uw recensent deed dat in elk geval. Het verhaal van Dina en Janne schuurde met regelmaat langs mijn herinneringen; niet fijn, maar het zegt wel veel over het schrijftalent van Van der Krabben. Ze komt ‘binnen’, in elk geval bij mij en ik ben daar ongetwijfeld niet enig in.
“Haar moeder kon een stem opzetten die geen tegenspraak duldde, die nooit iets hoefde te herhalen omdat ieder woord luid en duidelijk overkwam. Kon zij maar zo praten.”
Aangezien het verhaal vanuit beide perspectieven wordt verteld is het echter mogelijk je in te leven in alle twee de personages.
Een mooie ontroerende roman over een moeder-dochter relatie die je recht in het hart raakt.
Over de auteur
Inge van der Krabben wordt in 1972 in ’s Hertogenbosch geboren. Zij groeit op in de Bommelerwaard en verhuist naar Utrecht waar zij Algemene Letteren studeert. Daar woont zij nog altijd, inmiddels met haar twee kinderen.
‘Tot waar we kijken kunnen’ is het debuut van Van der Krabben. Zij werkt momenteel aan haar tweede roman. Daarnaast schrijft ze korte verhalen (waarvan ‘Laatste dans’ is gepubliceerd door literair tijdschrift Extase), blogt ze wekelijks over schrijven in haar blog ‘Krabbels’, geeft ze bij de bibliotheek Vleuterweide met veel plezier les in creatief schrijven en runt zij haar eigen tekstbureau ‘Texting’.
Uitvoering
Uitgever Ambo|Anthos
Paperback, 239 pagina’s
ISBN10 902633141X
ISBN13 9789026331411