In haar essay ‘Nergenslicht’ houdt voormalig politica Femke Halsema, een opmerkelijk pleidooi. Zij stelt voor om de humanitaire en geopolitieke problemen van migratie het hoofd te bieden door in de regio’s van herkomst, samen met de mensen die zijn gevlucht, nieuwe steden te bouwen, waar zij kunnen leven, studeren, een gezin stichten en handel drijven.
Karl Popper schreef ooit in zijn ‘De open samenleving en haar vijanden’ al dat de voorstander van de stapsgewijze technologie, de methode zal kiezen waarmee hij de grootste en dringendste kwalen van de samenleving kan opsporen en bestrijden en niet zozeer het hoogste goed tracht te vinden om daarvoor te vechten. Zijn waarschuwing dat een utopisch doel het gevaar met zich meebrengt alle middelen te heiligen, heeft ervoor gezorgd dat we nauwelijks nog onze vingers durven branden aan een visie op een betere wereld.
Halsema waagt zich in deze gevoelige arena waar een ieder direct –en vaak schreeuwend- zijn mening kenbaar wenst te maken. Haar onderbouwingen zijn helder; haar poging haast heldhaftig; ongeacht of je het er nu mee eens bent of niet.
“Terug in Melilla vraagt de interviewer mij of ik vind dat het hek moet verdwijnen. Het hek is akelig, de praktijken –de razzia’s in de bossen, de mishandelingen, het dumpen in de Algerijnse woestijn- waarmee de jongen die we net hebben ontmoet wordt buiten gehouden vind ik barbaars en onverdraaglijk. Met welk recht ontzeggen wij anderen onze welvaart, onze veiligheid en ons geluk? En hoe ver zijn we bereid daarvoor te gaan?”
Aan de hand van de ideeën van Popper, die ruim zeventig jaar later niets aan actualiteit en urgentie hebben ingeboet, tracht Halsema een antwoord te vinden op een onverminderd dringende vraag. Als ‘wij’ de vluchtelingen niet willen en kunnen opvangen, er voor hen geen mogelijkheid is om terug te keren naar hun land van herkomst en zij in de grote vluchtelingenkampen geen leven hebben, wat moeten we dan doen? In ‘Nergensland’ schetst zij een utopisch perspectief zonder de stapsgewijze methode van Popper daarbij uit het oog te verliezen.
“Mensen mogen aanspraak maken op onze hulp, zegt Popper. Daarmee is alleen niet gezegd welke vorm de hulp het beste kan aannemen. Mensen die vluchten worden beschermd door het in 1951 ingestelde en in 1967 aangepaste VN-vluchtelingenverdrag. In de kern betekent dit dat ze niet mogen worden teruggezonden naar een land waar ze gevaar lopen.”
Een vergezicht waarmee we wellicht de migratie het hoofd kunnen bieden en over vijftig jaar, niet opnieuw Popper hoeven te citeren met de woorden: ‘Het streven om de hemel op aarde te vestigen, leidde tot de schepping van de hel.’
Halsema durft het met haar essay aan een wellicht onconventionele oplossing voor te staan en doet dat op onderbouwde wijze. Alleen daarvoor al respect. Ze zet ons en onze ‘leiders’ hopelijk aan het denken en mogelijk wijst ze hen zelfs de weg naar een oplossing voor een immens probleem.
Boeiende synthese of baarlijke nonsens? Oordeelt u zelf door ‘Nergensland’ te lezen.
Over de auteur
Femke Halsema (1966) was tussen 1998 en 2011 Tweede Kamerlid en fractievoorzitter van GroenLinks. Nu schrijft ze, maakt ze tv-programma’s en werkt ze als toezichthouder in de publieke en private sector. In 2016 verscheen Pluche, waarvan meer dan 50.000 exemplaren werden verkocht.
Uitvoering
Uitgeverij Ambo Anthos
ISBN 9789026340017
Paperback, 112 pagina’s
Over Hanneke Tinor-Centi
Hanneke Tinor-Centi (1960), eigenaar van HT-C Communicatie en Marketing, literair agent, boekmarketeer en recensent.