De Marokkaanse Joshua (Josh) is de hoofdpersoon in ‘Narcissus’. Joshua leert in de gevangenis Klaas kennen; de koning van de Wallen. Klaas doet Joshua een voorstel waar deze op in gaat. Dat had hij beter niet kunnen doen. Joshua glijdt allengs verder af in de wereld van de prostitutie, raakt verslaafd aan de cocaine en de dromen die hij ooit had met zijn vriendin Dee lijken verder van hem verwijderd dan ooit.
“Ik stelde geen vragen en liet hem doorpraten. Voor het eerst sinds onze ontmoeting was hij bloedserieus. Hij herhaalde steeds ‘Het is geen kinderspel’. Geld, hoeren, bordelen, clubs, pillen, rechercheurs, celletjes –een ander woord voor mobieltjes- waren veelvoorkomende woorden in zijn verhaal.”
De personages die Bouzamour opvoert zijn behoorlijk stereotype en dat is naar mijn mening een gemiste kans. Wat mij betreft had minimaal één van de Marokkaanse personages daarvan mogen afwijken om op die wijze een ‘tegengeluid’ te laten horen. De wijze waarop zij in ‘Narcissus’ acteren, bevestigt helaas de algemene opinie. De vele seksistische uitlatingen van deze personages jegens vrouwen zijn bovendien een beetje teveel van het goede en eveneens erg stereotype.
Josh doet zich voor als Jood in plaats van als Marokkaan omdat hij meent daarmee meer kansen te krijgen in het leven. Het feit dat het mannetje nogal verguld is van zichzelf –hij is daarin nét als Narcissus; verliefd op zichzelf- én fatale keuzes maakt, breken die mogelijke kansen echter direct ook weer bij de grond af.
“We sliepen niet meer naast elkaar. Al wekenlang. Ik was als de dood dat ze bij me wegging. Waarom ging ze niet bij me weg? Was haar liefde voor mij onvoorwaardelijk? Diep van binnen hadden we een eeuwige band, zo voelde het.”
Toch heeft ‘Narcissus’ ook zeker goede elementen. Bouzamour beschrijft zeer beeldend het reilen en zeilen op de Wallen, een wereld die weinigen van ons werkelijk kennen, en doorspekt dat met beeldend beschreven anekdotes. Bovendien heeft Josh, ondanks het feit dat hij haast een karikatuur lijkt, ook een andere kant die de auteur gelukkig niet onbenoemd laat. Dat maakt dat je de jonge Marokkaan het ene moment hartgrondig verguist en het volgende moment geneigd bent hem het voordeel van de twijfel te geven.
Bouzamour weet bovendien een fijn vleugje humor aan de gebeurtenissen toe te voegen die zelfs de meest rauwe scene plezierig verpakt. Voor wat betreft die rauwe (seks)scenes, dat zullen er voor de gemiddelde lezer teveel zijn. Kortom, mijn mening is tweeledig.
Over de auteur
Bouzamour (1982), opgegroeid in Amsterdam, is de broer van de schrijver Mano Bouzamour. Dit is zijn debuut. Het boek lijkt veelal autobiografisch. Hij schrijft vlot en vol bravoure over zijn avonturen, maar die beginnen gauw te vervelen. Hij gebruikt grove taal. Bijna alles draait om neuken met Dee, met de hoeren, hij heeft een voorliefde voor siliconen en alle vrouwen willen hem.
Uitvoering
Uitgeverij Hollands Diep
ISBN 9789048844364
Paperback, 272 pagina’s
Over Hanneke Tinor-Centi
Hanneke Tinor-Centi (1960), eigenaar van HT-C Communicatie en Marketing, literair agent, boekmarketeer en recensent.