Wanneer je elkaar wat beter leert kennen, dan ga je natuurlijk ook meer met elkaar blaffen. Zo werkt dat ook bij ons. Cooper kan dan soms een lomperik zijn en je moet vooral niet in de buurt van zijn eten komen, maar hij is ook hartstikke lief en ik voel mij te woef bij hem.
Dat neemt niet weg dat er soms ineens dingen gebeuren die mij aan Baruch doen denken en dan voel ik iets wat honden, volgens jullie mensen, helemaal niet kunnen voelen. Maar goed, weten jullie veel…
Baruch was mijn maatje, mijn liefde, mijn allessie. Toen ik bij mijn mensen kwam, was Baruch al een grote man. Hij was mijn voorbeeld, mijn beschermer. Hij leerde mij van alles en ja hoor, natuurlijk, heel veel vergat ik voor het gemak ook weer direct, maar hij wás er altijd voor mij. Ook toen ik pijn in mijn achterpoten kreeg en geopereerd moest worden. Ik was toen nog maar een half jaar oud! Dat was een rottijd. Ik kon nauwelijks lopen en dus al helemaal niet rennen en stoeien en dat valt niet mee voor een actieve meid als ik. Maar Baruch en mijn mensen waren hartstikke lief voor mij!
Toen Baruch ouder werd, snapte ik niet zo goed waarom hij wat minder wilde spelen en stoeien. Tot hij ziek werd en ineens was verdwenen. Ik miste hem, mijn baasjes miste hem en wij waren alle drie hartstikke verdrietig. Althans, zo noemen jullie dat. Ik ‘voelde’ mij vooral blaf-eenzaam en vond het allemaal maar raar.
Nu is Cooper in ons leven en hij is inmiddels ook écht mijn maatje geworden. Mijn mensen zijn blij met hem, ik ben blij met hem en Cooper vindt het hier ook helemaal té woef.
Dat neemt echter niet weg dat Baruch….enfin, ik zal altijd van hem blijven houden en mijn mensen ook….
goed verwoord Chaya,, de komst van Cooper is een zegen voor ons, zonder Baruch daarmee te kort te doen.
die zit in ons hart en in onze ziel………
Fijn dat lieve Cooper het zo goed heeft!