Hij heeft een woordenschat waar menigeen jaloers op is. Hij is begenadigd toneelspeler, uiterst interessant spreker, maar in mijn ogen toch vooral een briljant schrijver. Ik heb het (natuurlijk) over ……. Adriaan van Dis.
In zijn boeken en verhalen bedient hij zich van een taalgebruik waar ik zo blij van kan worden. In een van mijn vorige blogs citeerde ik Van Dis al met het prachtige: ‘De zon is alvast op haar andere zij gaan liggen’ … ohhhh…. Maar wat denk je van deze: ‘Onze woede hield me in z’n greep. Woede is ook liefde, tastbaar in de nacht.’ Ik zal je niet gaan vermoeien met een reeks literaire hoogstandjes, want dan ben ik nog wel even bezig. Wat ik, in mijn bewondering, wel heb gedaan is het oeuvre van Van Dis eens op een rij gezet en dan rest slechts een diepe buiging.
Romans
Een barbaar in China: een reis door Centraal Azië (1987), Zilver of Het verlies van de onschuld (1988), Het beloofde land: een reis door de Karoo (1990), In Afrika (1991), Indische Duinen (1994), Dubbelliefde: geschiedenis van een jongeman (1999). Familieziek (2002), De wandelaar (2007), Tikkop (2010), Ik kom terug (2014).
Novelles
Nathan Sid 1983, De vraatzuchtige spreekt (1986), De rat van Arras (1986), Zoen (1987), Palmwijn (1996), Op oorlogspad in Japan (2000).
Verhalen
Een bord met spaghetti (1984), Casablanca (1986), Een keuze uit mijn vrolijke doodsgedachten (1988), De man uit het Noorden (1992), Waar twee olifanten vechten – Mozambique in oorlog (1992), Classics (1993), Wij, koningin (1995), Een waarze sat (1997), Vrijtaal (2003), Leeftocht. veertig jaar onderweg (2007), Het mussenjong (2011).
Toneel
Tropenjaren: De zaak (1986), Komedie om geld, Een uur in de wind (1988), Theatertournee samen met Connie Palmen (1996).
Bibliofiele uitgaven
De vraatzuchtige spreekt (1986), Bergen (1993), Kleurlijn (2010), Ode aan het rijm (2012).
Overig
Alles is te koop (manifest) (1992), The Shell (Speciale Uitgave) (1992), Een deken van herinnering (essay) (1998), Totok (poëzie) (1998), Onder het zink. Un abécédaire de Paris (essay) (2004), Op de televisie (herinneringen) (2007), Van Dis in Afrika (documentaireserie) (2008), Stadsliefde, scenes in Parijs (2011), Van Dis in Indonesië (documentaireserie) (2012).
Literaire prijzen
Het Gouden Ezelsoor voor Nathan Sid (1984), De Nieuwe Clercke-Pico Bello-prijs (tien gulden en een gedicht) voor zijn verdiensten voor de Nederlandse literatuur (1994), Gouden Uil voor Indische Duinen (1995), Trouw Publieksprijs voor Indische Duinen (1995), Groenman-taalprijs van de Stichting LOUT, een dochter van het genootschap Onze Taal, vanwege zijn helder en creatief taalgebruik (2007), Gouden Ganzenveer (2009), Libris Literatuurprijs voor Ik kom terug (2015).
Categorieën
In mijn ogen valt het werk van Van Dis in drie categorieën te verdelen. Voor werken als ‘Casablanca’ (1986) en ‘In Afrika (1991) putte Van Dis zijn inspiratie duidelijk uit de reizen die hij heeft gemaakt naar onder meer China, Japan en Afrika. In ‘Nathan Sid’ (1983), ‘Indische duinen’ (1984) en ‘Familieziek’ (2002) gaat hij terug naar zijn Indische jeugd. Tot slot zijn er nog de karakterromans over ontluikende homoseksualiteit, waartoe ‘Zilver’ (1988) en ‘ Dubbelliefde’ (1999) gerekend kunnen worden.
Een belangrijk thema in het werk van Adriaan van Dis is tweeslachtigheid. Hij maakt zeer geregeld gebruik van tegenstellingen zoals blank versus zwart, maatschappelijk versus asociaal en afkomst ten opzichte van de eigen identiteit. Ondanks dat is de stijl van Van Dis over het algemeen luchtig. Hier maakt hij overigens subtiel gebruik van om zwaarwichtige onderwerpen aan te snijden, zoals oorlogstrauma’s, discriminatie en mishandeling. Je moet het maar kunnen!
Er is discussie over de vraag of Adriaan van Dis tot de Indisch-Nederlandse letterkunde moet worden gerekend. Hij is weliswaar niet in Nederlands-Indië geboren, maar zijn werk is thematisch wel verwant aan dat van auteurs als Marion Bloem, Multatuli en Hella S. Haasse.
Levensloop
De vader van Van Dis is de, uit Nederlandse ouders geboren Indische, Nederlander Victor Justin Mulder en zijn moeder het boerenmeisje Maria van Dis uit Breda. Zij leren elkaar in Nederlands-Indië kennen. Maria heeft dan al drie dochters uit haar huwelijk met een KNIL-militair. Ook zijn vader is in Indië al eerder getrouwd geweest. Als overlevende van het door de Britten getorpedeerde schip Junyo Maru wordt zijn vader tewerkgesteld aan de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra. De echtgenoot van zijn moeder wordt tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) onthoofd en zij belandt met haar dochters in een interneringskamp. Van Dis wordt na de oorlog in Nederland geboren. Als het enige blanke kind en zonder eigen Indische geschiedenis is hij in het gezin een buitenstaander. Zijn woonomgeving draagt daar toe bij. In Bergen aan Zee wonen in die tijd veel oud-Indiëgangers en Van Dis groeit op in een huis dat door vier repatriantenfamilies wordt gedeeld.
Zijn ouders kunnen niet met elkaar trouwen. Zijn vaders huwelijk is weliswaar voor de islamitische wet ontbonden, maar die scheiding heeft in Nederland geen geldigheid. Niemand mag dit weten en voor de buitenwereld draagt Van Dis daarom de naam van zijn vader: Mulder. Officieel krijgt hij echter de achternaam van zijn moeder: Van Dis. Tijdens zijn studietijd gaat hij zich ook daadwerkelijk zo noemen.
Opleiding
Wanneer Van Dis 10 jaar oud is, overlijdt zijn vader. Ondanks de moeilijke relatie heeft het verlies van zijn vader de nodige impact op zijn schoolprestaties. Hij gaat naar de MULO, de kweekschool en de HBS in Hilversum. In 1964, op de Outward Bound School in Renesse, initieert Van Dis de schoolkrant “de Blaer” en voert deze als eindredacteur uit. ‘ Zilver’ (1988) herinnert aan de grote indruk die deze opleiding op hem maakt. Vervolgens gaat hij naar Amsterdam om Neerlandistiek te studeren aan de UvA. Daar komt hij in aanraking met het Afrikaans. In deze taal herkent hij veel van het Petjo dat vroeger voor de grap bij hem thuis werd gesproken: krom taalgebruik met veel verkeerd gelegde klemtonen. Ook de beladenheid van huidskleur in de Zuid-Afrikaanse literatuur herkent hij. Hij studeert in 1979 af met een doctoraalscriptie getiteld ‘Om te vlieg’: van bron tot boek, een onderzoek naar de verschillen en overeenkomsten in een prozatekst van Breyten Breytenbach. Hij beschouwt Breytenbach als een voorbeeld en vertaalt later een deel van diens oeuvre in het Nederlands.
Werk
Al tijdens zijn studie is Van Dis redacteur bij NRC Handelsblad. Na zijn afstuderen is hij tot 1982 aan de krant verbonden als chef van het katern Zaterdag Bijvoegsel. Zijn debuut ‘Nathan Sid’ komt voort uit een kookrubriek, waarin hij verhaalt over zijn herinneringen aan eten. Die hangen sterk samen met de strijd tussen zijn ouders. Deze bijdragen worden gebundeld en in 1983 door J.M. Meulenhoff uitgegeven. Van Dis ontvangt hiervoor het Gouden Ezelsoor voor het best verkochte debuut van 1984.
In 1983 debuteert Van Dis ook als televisiepresentator en krijgt hij landelijke bekendheid door zijn literaire VPRO-praatprogramma ‘Hier is… Adriaan van Dis’. Dit programma wordt in 1986 bekroond met de Zilveren Nipkowschijf. De laatste uitzending is op 3 mei 1992. Van 1999 tot 2002 keert hij terug op televisie voor vier seizoenen Zomergasten.
Adriaan van Dis is van 1987 tot 1992 redacteur van literair tijdschrift De Gids.
In opdracht van de CPNB (Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek) schrijft hij de novelle Palmwijn als Boekenweekgeschenk 1996.
In 2008 komt hij met een zevendelige tv-reeks voor de VPRO ‘Van Dis in Afrika’, waarin hij een reisverslag maakt van een bezoek aan zuidelijk Afrika. De serie wordt beloond met (opnieuw) een Zilveren Nipkowschijf. In maart 2012 is Van Dis te zien in een serie over Indonesië, het land van zijn vader.
In 2011 ontvangt hij de Van Riebeeck-penning van de Nederlands-Zuid-Afrikaanse Vereniging voor zijn ‘langdurige bijdrage aan de culturele en taalkundige betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, die zich kenmerkt door onder meer zijn doctoraalscriptie over Breyten Breytenbach, zijn romans ‘Het beloofde land’ en ‘Tikkop’, de met de Nipkowschijf bekroonde tv-serie Van Dis in Afrika en zijn vele krantenartikelen.’
In december 2012 schrijft hij de tekst voor de 23ste editie van het Groot Dictee der Nederlandse Taal met als titel “Zijn waar wij niet zijn”.
Van 2004 tot en met 2012 woont Adriaan van Dis in Parijs.
Tja, ik weet niet of je mijn bewondering voor Adriaan van Dis deelt, maar ook al is dat niet zo, dan is zijn oeuvre uiterst indrukwekkend toch? Het doet mij echter wel beseffen dat ik nog heel wat te lezen heb…