Wanneer bedrijfsrechercheur Lena Schier op een ochtend tijdens het hardlopen het lijk van haar one-nightstand Aref aantreft op de vloer van de muziekkoepel achter de kerk in Appingedam, wordt haar rustige leven wreed verstoord. Het is direct duidelijk dat Aref door een misdrijf om het leven is gekomen.
“Ik kende de man, zei ze tegen de agente met het korte donkere haar. Hij heet Aref. Zijn achternaam weet ik niet. Hij was vannacht bij mij.”
Terwijl het onderzoek naar de moord op Aref in volle gang is, wordt Lena door haar zus Sara gevraagd om te helpen bij het zoeken naar Fee, een goede vriendin die is vermist. Na enige aarzeling stemt Lena toe en ontdekt meerdere aanknopingspunten. Zo wil zij weten welke rol Fee’s psycholoog Joost Bergman in haar leven speelt en hoe betrouwbaar haar buurman en tevens goede vriend Luuk is. Ook de louche zakenman Jan-Willem Wolderingh lijkt iets te verbergen te hebben. Hebben deze mensen misschien ook iets te maken met de moord op Aref? Lena duikt in de zaak en ontdekt dat al deze personen wel iets te verbergen hebben en dat de dader wellicht dichter bij huis moet worden gezocht dan men denkt.
Schneider begint een kunstig spel met deze twee zaken die in eerste instantie los van elkaar staan, maar allengs meer verband met elkaar lijken te hebben.
“Fee keek naar haar handen. Haar knokkels waren rood en geschaafd van het slaan tegen het metaal. Ze bloedden zelfs een beetje. Ze likte eraan; de smaak van ijzer. Daarna liet ze haar armen weer slap langs haar lichaam vallen. Elke inspanning kostte energie en zorgde voor vochtverlies.”
Schneider hanteert een fijne, rake schrijfstijl waarbij ze zich niet bedient van overbodige informatie. De lezer krijgt precies datgene voorgeschoteld wat nodig is om het verhaal én de personages goed uit de doeken te doen. Dat veroorzaakt dat ‘Een wreed voorjaar’ een vlotte voortgang kent en de gebeurtenissen elkaar in rap tempo opvolgen.
“En toen had de paniek de overhand genomen. Hij hoorde hier niet te zijn. Wat als iemand hem zag? Hij moest 112 bellen. Zomaar wegrennen zou onmenselijk zijn. Maar Elderink was toch al dood.”
De spanningsopbouw is prima en ondanks dat die niet nodeloos wordt gerekt, zie je als lezer toch reikhalzend uit naar de volgende ‘bocht’ in het verhaal én de uiteindelijke plot.
Over de auteur
Schneider studeerde Informatiedienstverlening en Management en werkte geruime tijd bij een bank, waarna zij bij verschillende openbare bibliotheken in Groningen en Zaanstad aan de slag ging als Specialist Cultuur.
Uitvoering
Uitgeverij Passage
ISBN 9789054523581
Paperback, 236 pagina’s
Over Hanneke Tinor-Centi
Hanneke Tinor-Centi (1960), eigenaar van HT-C Communicatie en Marketing, literair agent, boekmarketeer en recensent.