‘De Witpenmerel’ vertelt het verhaal van de jonge Mischa Deurloo. Vanuit een dwangmatige zelfzucht zet Mischa, al vanaf haar middelbare schooltijd, haar leven naar haar eigen hand. Wanneer zij totaal ontspoort, volgt een ondertoezichtstelling. Na verblijf in verschillende jeugdinrichtingen, afgewisseld met opvang in een pleeggezin en begeleid wonen, loopt ze weg en komt in Antwerpen terecht.
Maria Goethals is een alleenstaande moeder met een eenzelvige zoon, William. Maria vindt de liefde en geborgenheid, waarnaar zij op zoek is, bij Cornelis Volleman, een weduwnaar met drie hoogbegaafde, studerende zonen. Sam, de nog thuiswonende jongste zoon, maakt op allerlei manieren misbruik van de labiele William. Wanneer Williams moeder en stiefvader om het leven komen, blijft William alleen op de boerderij achter. Een toevallige ontmoeting tussen -de dan achttienjarige- Mischa en de inmiddels drieënveertig jarige William, zijn de aanzet tot drie helse jaren. Op een winterse ochtend verandert alles…
Jan Zegers heeft zijn roman opgesplitst in drie delen. In het eerste deel ontmoet de lezer de jonge Mischa. Een aangrijpend onderdeel van het boek, alhoewel dit personage naar mijn smaak iets gedetailleerder gekarakteriseerd had mogen worden.
“De daaropvolgende dagen wordt alles snel geregeld en in gang gezet. Jeugdzorg geeft een indicatie af en laat een gedragswetenschapper met Mischa praten. Deze treft een volledig ontspoord meisje aan en hij stelt een rapport op waaraan hij een instemmingsverklaring verbindt. De kinderrechter neemt zijn advies over, spreekt een ondertoezichtstelling uit en voegt daarbij een gesloten machtiging voor een half jaar.”
In het volgende deel verschijnen Maria Goethals en haar zoon William ten tonele. Vooral het personage van de moeder is mooi neergezet. Haar zoektocht naar warmte en genegenheid is tastbaar.
“Ze kijkt hem bedachtzaam aan en wrijft over zijn hoofd. Hij weert haar niet af, in tegenstelling tot wat ze gewend is. ‘Ik sliep als een roos.’ Ze voelt even schaamte over wat ze zegt. Het zijn woorden die voortkomen uit het genot dat ze met Cornelis beleefd heeft. Ze vult het vlug aan. ‘Dat zal bij jou morgen of overmorgen ook wel zo zijn. ’Ze drukt zijn hand in die van haar om haar verbondenheid te tonen.”
De wijze waarop Zegers uiteindelijk de personages met elkaar in contact laat komen is treffend. Zijn schrijfstijl wordt allengs soepeler; bijna alsof hij ‘warm moest draaien’.
De voornaamste kracht van Zegers ligt in zijn dialogen. Die zijn geloofwaardig en ongekunsteld en laten je de situatie werkelijk beleven. Zegers ziet bovendien kans de lezer lange tijd in het ongewisse te laten voor wat betreft het verloop van het verhaal en dat maakt nieuwsgierig.
“Ze leest de bijsluiters en neemt de medicijnen in zonder verder protest. Vanaf dat moment lijkt het iedere dag beter te gaan en langzamerhand komt er rust in haar hoofd. Haar gedachten gaan terug naar vroeger. Het heeft er van jongs af aan niet ingezeten, dat ze ooit een kind zou grootbrengen. Ze heeft alleen maar voor zichzelf geleefd, volgens eigen regels, zonder rekenschap af te leggen aan wie dan ook. Wat haar nu overkomt is haar straf. En dan denkt ze met afkeer terug aan het voorval met Joa en het eendjes aaien. Hoe ze haar gehandicapte zusjes gebruikte voor haar eigen escapades.”
Kortom, het personage Mischa had wat mij betreft meer diepgang verdiend. Voor het overige is ‘De Witpenmerel’ een aanrader. Een bijzonder boek met een psychologische basis.
Over de auteur
Jan Zegers (1944) is geboren en woonachtig in Terneuzen. Na zijn pensionering in 2004 heeft Zegers zich toegelegd op het schrijven van romans. Tijdens zijn werkzaam leven was hij bedrijfsleider bij een garagebedrijf. ‘De witpenmerel’ is zijn derde roman.
Uitvoering
Uitgever Godijn Publishing
Paperback, 329 pagina’s
ISBN: 9789492115126
Over Hanneke Tinor-Centi
Hanneke Tinor-Centi (1960), communicatieprofessional, tekstschrijver, (boek)marketeer, boekrecensent en literair agent. www.hanneketinorcenti.nl